zondag 23 maart 2014

dubbelzinnigheden.


En zo komt ook de tweede week tot een einde. Wat wederom aan de ene kant als één lange dag aanvoelt maar als ik nu terug denk aan alles wat er is gebeurd zouden het ook maanden kunnen zijn.
Vorige week zaterdag hebben we een bezoek gebracht aan Sjosjo. Een half blinde oma van achter in de 70 die samen met haar man zorg draagt voor een bijzonder gezin. Een dochter overleden aan aids, een dochter gek geworden, een zoon die zijn droombaan heeft opgegeven om voor zijn ouders te komen zorgen en een andere dochter die nooit de school heeft afgemaakt en nog een aantal broers, deze heb ik niet ontmoet. Toen we aankwamen schrok ik direct. Een leefomgeving als deze zie je slechts op tv waarbij een Natasja Froger, of welke bekender Nederlander dan ook, iets ‘goeds’ gaat doen voor een arme familie. Ik voelde me bijna een beetje een ramp toerist. 
We kwamen bij deze familie terecht omdat we drie van de zeven kleinkinderen les geven op Tamani Junior School. Normaal gesproken zien we dit drietal in hun keurige uniformpjes en vallen ze niet persé op als ‘arm’ binnen de grote groep kinderen op de school. Maar daar stonden ze, op een rij, samen met hun neefjes en nichtjes. Op blote voeten in de modder, het had die nacht heel hard geregend. Veel te grote of te kleine t-shirts onder het vuil midden in hun mini dorpje van lemen hutjes. Het is niet te beschrijven wat dat in je losmaakt. Schuldgevoel, in eerste instantie heel veel schuldgevoel. Omdat je zo weinig kan doen. Eigenlijk kan je niks doen. Ja, ik kan het filmen en dat in Nederland laten zien maar het werkelijke gevoel wat deze familie losmaakte dat kan ik niet beschrijven. Vooral niet omdat ik geen tranen trekkende verhalen op wil schrijven of op film vast wil leggen. Ik vind niet dat hun leed gebruikt zou moeten worden door westerlingen om eens lekker een potje bij te gaan zitten huilen. 
Ik was me opeens echt pijnlijk bewust hoe verwend ik ben. Natuurlijk is dit een ontwikkelingsland en is dit één van de armste gezinnen uit de regio. Maar ik verlang stiekem al twee weken naar pizza terwijl er hier een meisje van mijn leeftijd woont die hoogstwaarschijnlijk in de prostitutie terecht zal komen omdat haar middelbare schoolgeld(+/- 250 euro per jaar) niet betaald kan worden. 
Maar ze gaven me ook hoop. Net als iedere andere familie voelde je liefde en gebondenheid. Hoe de oma trots toekeek terwijl haar kleindochter een hinkelbaan uittekende, hoe de opa alleen maar de hele tijd kon lachen. Geen zelfmedelijden, er is geen één keer om geld gebedeld. We mochten overal kijken en John, de oudste zoon van Sjosjo, gaf antwoord op alle vragen. 
Een onvergetelijke ervaring maar wel met een dubbele nasmaak. We willen voor het einde van onze trip graag nog een keer langs gaan met oude kleren en een mooie nieuwe doek voor Sjosjo. We hadden nu alleen speelgoed voor de kinderen meegenomen. Ik heb nog nooit kinderen gezien die zo gelukkig werden van een kleurplaat en happymeal speeltjes. En geen ruzie om de speeltjes, nee ze deelden alles vanzelfsprekend automatisch.
Stefan vertelde dat toen we weggingen Wilfred, de jongen die we ook les geven op Tamani en net als zijn broer HIV geïnfecteerd, stiekem in het zand schreef: I will never forget this day. Ik kan alleen maar hopen dat dit kleine mannetje de mogelijkheden blijft houden om naar school te gaan. Zodat hij inderdaad nog een lang en hopelijk gezond leven kan lijden en hoop en kracht kan halen uit zijn grote familie. Godzijdank hebben zij in ieder geval elkaar. 

Die zondag was het alweer vroeg dag. Want wat doe je op zondag, naar de kerk gaan. Eigenlijk zijn alle Kenianen gelovig maar er zijn grote verschillen in welk geloof. Je hebt vrij veel moslims maar ook Katholieken en protestanten die luid zingend en swingend hun hele zondag vullen. Afgelopen zondag wilde Wim rustig beginnen met onze Keniaanse kerk bezoeken. De katholieke kerk. We werden, zoals gewoonlijk hier overal maar nog steeds geen gewenning, door iedereen aangestaard. Kinderen die verlegen zwaaien en glimlachen, volwassenen die kijken alsof ze een vis in een kooitje zien. Naast de kerk zit een klooster met broeders, geen zusters, die leven een stuk afgelegener in een klooster in het bos waar geen publiek van buitenaf gedoogd is. Tijdens de dienst werd er prachtig meerstemmig gezongen door de priesters en broeders in opleiding die in het klooster wonen, toespraken in het kiswahili en op ongeveer drie kwart van de dienst werden we door een van de broeders naar voren geroepen en uitgebreid bedankt voor ons bezoek aan de kerk. Dit is weer een voorbeeld van hoe wij hier overal opvallen. Ik wilde gewoon graag een kerkdienst hier meemaken, de kerk dienst hoefde niet opeens ook een beetje om ons te draaien. Maar als je dan de mensen in de kerk ziet lachen als ze horen waar wij hier mee bezig zijn en applaudiseren geeft je dat ook een warm gevoel van binnen. Ze zien ons, maar of ze onze goede bedoelingen zien of het vele geld waarvan zij denken dat wij dat in ons bezit hebben, dat weet je nooit. Na afloop werden we door de priester en broeder uitgenodigd voor chai tea en brood in het klooster. Heel bijzonder omdat hier eigenlijk geen mensen van buitenaf naar binnen mogen komen.

Toen werd het weer maandag en brak de tweede lesweek aan. De eerste maandag was een hele fijne dag. In het weekend hebben we besloten de lessen per groep iets aan te passen. Groep1 is te klein om al het engels te begrijpen, Groep2 is heel slim en enthousiast, Groep3/4 begint al ietsjes te puberen en kan dus soms nogal brutaal en opstandig doen. De jongste groep vind het wel fantastisch. Ze genieten van de spelletjes, het dansen en vooral nog steeds het zien hoe Niki en Stefan de dingen voordoen. Deze week had ik een uitgebreid gesprek met Suzanne, zij geeft één keer per week aan een kleine groep leerlingen een uurtje dans, zang en toneel les. Ze oefenen dan gedichten en liedjes. Suzanne vertelde me ook dat meer dan 85 procent van deze kinder uberhaupt nog nooit een film of wat dan ook heeft gezien. Ze hebben dus geen eens een idee hoe acterende mensen eruit zien. Het feit dat wij dus vorige week vrijdag ons verkleden en doen alsof wij piraten zijn is voor al deze kinderen een ervaring die een westers kind op 2 jarige leeftijd al heeft als het voor de eerste keer sesamstraat ziet. De ervaring van kijken naar mensen die ‘doen alsof’ en de stap maken naar dat zelf ook gaan doen is te groot om in een maand te overbluffen. 
De fantasie bij de kinderen is wel stukje bij beetje meer aan het openbloeien. Alleen is hun fantasie en droomwereld een stuk concreter dan bij kinderen in Nederland. Want ik heb nog geen één kind horen zeggen dat ze astronaut of superster wilde worden. Nee, ze willen dokter, politie agent, docent of timmerman worden. Concreet en realistisch. Ze dromen van scholing omdat scholing hier niet vanzelfsprekend is. Hiermee verandert er wel iets in mijn standpunt, dat ieder kind fantasie bezit. Natuurlijk bezitten deze kinderen ook fantasie maar door hun leefomgeving en opvoeding is de droomwereld naar de achtergrond getreden. Want ook de ouders zijn opgevoed vanuit het standpunt dat er geld moet zijn en dat de snelste weg naar geld een goede scholing is. Want het grootste probleem is en blijft altijd overal toch geld. 
Wat wel een fijne ontwikkeling was binnen deze week is dat er nu wel een aantal kinderen tussen zitten die wel al een personage kunnen bedenken. Dit gaat dan niet verder dan ‘prins’ of ‘piraat’ maar dat geeft niet. Ze onthouden in ieder geval dat er dus ook fantasie wezens zijn. Je moet ze nu eenmaal nog heel veel helpen en richtingen uitduwen maar als je dat doet gaat het wel werken, maken ze plezier en zijn ze onwijs trots als ze na een oefening horen dat ze het goed gedaan hebben.

Ook deze woensdag zijn we vertrokken naar een andere school. Deze kinderen hebben, behalve Wim, nog nooit een blanke gezien en we hebben ons meerdere malen op deze dag een vis in een kom gevoeld. Stel je voor, je zit met drie man een sigaretje te roken onder een boom terwijl er een groep van ongeveer vijftig kinderen om heen staat, te kijken alsof je een aapje bent. 
Er waren die dag drie lessen. De leeftijden binnen één klas verschillen op deze school enorm. Waarschijnlijk omdat sommigen wel altijd naar school konden, anderen misschien zijn blijven zitten of sneller leren. Het gekke is dat je dit verschil heel goed ziet in lengte. Alsof een kleuter en een puber samen in een klas zitten. Volgroeide meisjes tegenover kleine ukkies. De lessen waren wederom een bijzondere ervaring. Deze school is vele malen armer dan Tamani junior school. Er was geen vrij lokaal en dus gaven Niki en Stefan buiten les, onder een boom. Kinderen die nog nooit een camera, laptop of wat dan ook hebben gezien. Kinderen die nog nooit een film hebben gezien. Die dus niet eens weten hoe acteren eruit ziet. Iets wat mij bijna niet eens voor te stellen is. Een leven zonder toneelspel. 
Aan het einde van de dag vroegen Niki en Stefan de laatste groep wat ze die dag geleerd hebben. Een grotere jongen, die op het begin van de les alleen maar als een echte puber had gegiecheld en weigerde mee te doen maar uiteindelijk toch durfde, zei:”how to express my emotions”. Dat bezorgde me kippenvel, zo een zenuwachtige jongen die zoiets durft uit te spreken. Dat zijn de momenten waarop je beseft dat het echt waarde heeft wat we aan het doen zijn. Ook al is het maar voor 4 weken, en in het geval van deze scholen eenmalig. Al denken ze over een maand terug aan deze dag en herinnert hij zich dat hij zijn emoties op een andere manier durfde te uiten. Hij hoeft zijn leven niet te veranderen, of ster acteur te worden. Maar ik geloof dat als hij dan even zou terug denken aan die dag, er misschien wel weer een lach op zijn gezicht zou komen. En die ene lach temidden van alle armoede, vies drinkwater en amper toekomstmogelijkheden is misschien weinig, maar het is iets. 

We hebben de afgelopen week afgesloten met een poppenkast show. De poppenkast is zelfgemaakt en de vingerpoppetjes door donateurs van Mimpi Anak. Na de afgelopen week iedere vrije minuut te hebben besteed aan het schilderen van de poppenkast was het vrijdagmiddag tijd voor de poppenkast voorstelling. 
Als je in Kenia afspreekt dat je om 16:00 wil beginnen weet je nooit helemaal zeker of dat ook daadwerkelijk het geval zal zijn. En toen wij om 15:45 de poppenkast stiekem wilde gaan klaar zetten waren alle kinderen al klaar en ons aan het opwachten in de eetzaal. En toen ze het vreemde voorwerp beschilderd met jungle dieren voorbij zagen komen waren ze al helemaal niet meer weg te slaan. De headteacher heeft meerdere malen geprobeerd of we niet alvast konden beginnen maar als echte hollanders hebben we de tijd uitgezongen tot vier uur, aanvang. 
Binnen drie minuten was het chaos. Bellenblaas, chaos en gegiechel. Je hebt er waarschijnlijk nog nooit over na gedacht wat het effect is van bellenblaas op kinderen die nog nooit van hun leven zoiets gezien hebben. Nou, het effect is dus dat ze allemaal opspringen en op de bellen duiken. Wat best tricky is als er 100 kinderen op banken en daarvoor 100 peuters op de grond voor een vrij zware houte poppenkast zitten. Na een time out en uitleg dat ze op hun billen moesten blijven zitten startte we opnieuw en het was een succes! Niet dat ze iets van het verhaaltje begrepen maar alle poppetjes en verschillende stemmetjes vonden ze prachtig. En voor mij was het een realisatie moment hoe leuk een poppenkastvoorstelling ook alweer is, ha!

1 opmerking:

  1. Liefje je beschrijft dit zo mooi en goed. Alsof ik ook daar ben.

    Ik heb nog nooit behoefte gehad aan reizen maar je zet me wel aan het denken

    Spreek je snel en verheug me op de volgende
    XXXX kus

    BeantwoordenVerwijderen